Fauna onderzoek heeft aangetoond dat in het Juniperbos belangrijke biotopen aanwezig zijn die zeer geschikt zijn als habitat voor streng beschermde diersoorten.
Het bosperceel fungeert als foerageergebied van boommarter,wild zwijn, das, zwarte specht en mogelijk ook als leefgebied van het vliegend hert en een aantal soorten beschermde reptielen. Herinrichting of ander beheer van dit bosgebied mag pas worden uitgevoerd nadat de effecten van deze maatregelen op deze soorten goed zijn onderzocht. Een gerichte veldinventarisatie is in dat geval noodzakelijk.
Dassen:
Tijdens veldbezoek werden er in het bos 2 dassenburchten aangetroffen. Burcht A: deze burcht bestaat uit een aantal vervallen pijpen en drie nog matig belopen pijpen. Wegens het grote aantal vervallen pijpen mag worden geconcludeerd dat het hier gaat om een voormalige familieburcht, die de laatste jaren niet meer zoveel door dassen wordt gebruikt.
Uit de aanwezigheid van enkele dassenwissels en dassensnuitputjes valt op te maken dat dassen deze burcht nog regelmatig bezoeken. Een dassensnuitputje ontstaat door dat een das een ondiep gaatje graaft,waar hij zijn snuit indrukt op speurtocht naar voedsel. Burcht B: deze burcht bevat 7 pijpen die alle redelijk vers zijn gegraven. Ook zijn er meerdere wissels en snuitputjes aanwezig. Uit het vrij grote aantal recent belopen pijpen valt op te maken dat het hier om een familieburcht gaat die door meerdere dassen wordt bewoond. De das is streng beschermd onder de flora en faunawet en familieburchten gelden als een beschermde vaste rust -en verblijfplaats. Verstoring zoals het plaatsen van hekken, geluidsoverlast etc. geldt daarom als een overtreding op de flora en faunawet. Ook het foerageergebied van de das geniet bescherming. De Soortenstandaard das ( RVO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 2014) geeft aan dat er voldoende foerageergebied aanwezig dient te zijn binnen 500 meter tot enkele kilometers van de burcht. Het aantasten of verwijderen van voedselbronnen ( zoals bessenstruiken, grasbegroeing waarin zich larven etc bevinden) is daarom in strijd met de flora en faunawet.
Boommarters:
Uit waarnemingen blijkt dat dit gebied door boommarters als leefgebied wordt gebruikt.
Reptielen:
In het westelijk deel van het Juniperbos is een structuurrijke kruidenvegetatie aanwezig met veel dood hout en zonrijke plekken. Omdat deze biotopen zeer geschikt zijn als habitat voor reptielen als zandhagedis, hazelworm en levendbarende hagedis, is het goed mogelijk dat deze soorten hier aanwezig zijn.
Vliegend hert:
In het bosperceel bevinden zich tientallen dode en stervende zomereiken met een diameter van soms wel 80 centimeter en een hoogte van 15 tot 20 meter. Dergelijke zomereiken vormen de optimale habitat voor de larven van het vliegend hert en er zijn diverse waarnemingen van deze soort in het bos bekend. Recente kap van een groot aantal bomen kan het sterven van larven van het vliegend hert tot gevolg gehad hebben.
Zwarte specht:
In het Juniperbos is veel dood hout met nesten van houtmieren aanwezig, er mag dan worden aangenomen dat dit gebied deel uitmaakt van het foerageergebied van de zwarte specht (die voedt zich grotendeels met houtmieren). Er zijn verschillende recente waarnemingen van de zwarte specht en het is zelfs mogelijk dat er zwarte spechten in dit bos broeden.
Recente veranderingen in het Juniperbos kunnen hebben geleid tot het verlies van beschermde vogelnesten (buizerd en wespendief) en/of tot verlies van broedhabitat van de zwarte specht. Omdat de zwarte specht en de wespendief onder de bescherming vallen van Natura 2000 gebied Veluwe, is dit in strijd met de natuurbeschermingswet.
Omdat nesten van de buizerd en de wespendief beschermd zijn is dit in strijd met de flora en faunawet.